Opsporen
De Ketenaanpak Valpreventie begint met het opsporen van valrisico bij thuiswonende ouderen ( 65-plussers). Vaak hebben ouderen zelf niet door wanneer ze een grote kans hebben om te vallen. Het is daarom belangrijk dat ze tijdig worden opgespoord.
Hoe spoor je valrisico op?
Je kan valrisico opsporen met de Valrisicotest. De Valrisicotest is gebaseerd op de Wereldrichtlijn Valpreventie (2022) en maakt onderscheid tussen een laag, matig of een hoog valrisico. De mate van valrisico wordt bepaald op basis van:
- Valgeschiedenis
- Aanwezigheid van valangst
- Aanwezigheid van mobiliteitsstoornissen
- Eventueel aangevuld met de 4 meter looptest
Het stroomschema van de valrisicotest is eind maart aangepast om te verduidelijken dat ouderen zonder een val ook een hoog valrisico kunnen hebben.
Wie kan valrisico opsporen en wanneer?
Iedereen kan het valrisico opsporen. Zowel professionals uit het zorgdomein als uit het gemeentelijk domein kunnen de mate van het valrisico vaststellen met de Valrisicotest.
Zorgdomein
Professionals uit het zorgdomein die de Valrisicotest kunnen afnemen, zijn bijvoorbeeld:
- Huisarts/Praktijkondersteuner huisarts (POH)
- Thuiszorg of wijkverpleegkundige
- Paramedische professionals, zoals fysiotherapeut, ergotherapeut of oefentherapeut
- Medisch specialist
- Verpleegkundige
- Apotheker
Dit kan bijvoorbeeld tijdens een regulier consult in de huisartsenpraktijk, bij presentatie op de spoedeisende hulp of opname in het ziekenhuis, tijdens het eerste contactmoment bij een huisbezoek of tijdens een medicatiereview.
Gemeentelijk domein
Professionals uit het gemeentelijk domein die de Valrisicotest kunnen afnemen, zijn bijvoorbeeld:
- Welzijnsmedewerkers
- Huishoudelijke hulp
- WMO-consulenten
- Beweegprofessionals / MBVO-docent
- Buurtsportcoach
Dit kan bijvoorbeeld tijdens een intakegesprek, tijdens preventief huisbezoek, welzijnsactiviteiten of
Hoe ga je het gesprek aan over valrisico's?
Je wil voorkomen dat ouderen vallen, maar een gesprek hierover kan lastig zijn. Want veel ouderen vinden het lastig om te erkennen dat ze een grote kans kunnen hebben om te vallen. Ze staan dan ook niet open voor een gesprek. Met de toolkit 'Ga het gesprek aan over valrisico's' geven we je een concreet stappenplan waarmee je binnen 10 minuten het verschil kan maken. De toolkit gebruik je om ouderen te helpen bij het zetten van een eerste stap richting valpreventie.
Hoe verder?
Het is essentieel dat in jouw regio voor iedereen duidelijk is waar een oudere vervolgens naar doorverwezen wordt:
- Ouderen met een laag valrisico krijgen voorlichting over valpreventie en worden doorverwezen naar regulier sport- en beweegaanbod.
- Ouderen met een matig valrisico krijgen voorlichting over valpreventie en worden doorverwezen naar een valpreventieve beweeginterventie.
- Bij ouderen met een hoog valrisico wordt door een zorgverlener gescreend om het valrisico verder in kaart te brengen, oftewel valrisicobeoordeling.