Screenen
Een screening op de aanwezige valrisicofactoren (ofwel valrisicobeoordeling) wordt uitgevoerd bij de ouderen met een hoog valrisico, zodat er op maat adviezen en interventies gegeven kunnen worden.
Hoe wordt gescreend?
Er zijn veel verschillende risicofactoren die kunnen leiden tot een val. Binnen een patiënt zijn vaak meerdere valrisicofactoren aanwezig. Bij 65-plussers met een hoog valrisico wordt dan ook aanbevolen een screening op valrisicofactoren oftewel valrisicobeoordeling uit te voeren. De Richtlijn Preventie van valincidenten bij Ouderen (2021) en World Falls Guideline (2023), bieden hiervoor handvatten. In onderstaande notitie lees je een samenvatting van de aanbevelingen uit deze richtlijnen. Er zijn diverse instrumenten voor het uitvoeren van een valrisicobeoordeling. Het CGA is een instrument dat voornamelijk bedoeld is voor geriaters en internisten ouderengeneeskunde in de tweede lijn. De Valanalyse is momenteel het enige erkende instrument dat geschikt is voor de eerste lijn.
Wie kan screenen?
De screening (valrisicobeoordeling) is door ZIN geduid als geneeskundige zorg zoals huisartsen en medisch specialisten die plegen te bieden. De duiding is functioneel en biedt ruimte aan professionals van andere beroepsgroepen, zoals de fysiotherapeut en ergotherapeut, om delen van de valrisicobeoordeling uit te voeren die tot hun expertise gebied horen. Zij dienen dan samen te werken met een huisarts of specialist die bevoegd en bekwaam is om de valrisicobeoordeling als een geheel uit te voeren.
Voor de praktische uitvoer van deze duiding hebben LHV (Landelijke Huisartsen Vereniging), NHG (Nederlands huisartsengenootschap), Ineen, VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en Zorgverzekeraars Nederland de Werkwijze valrisicobeoordeling gepubliceerd op 2 augustus 2024.
Hoe verder?
Op basis van de screening (valrisicobeoordeling) wordt een advies op maat gegeven inclusief doorverwijzing naar interventies. Het is belangrijk om de wensen en mogelijkheden van de oudere te bespreken. Samen wordt besloten welke valrisicofactor(en) als eerste aangepakt worden en welke interventie of advies daarbij het best aansluit. Voor een succesvolle aanpak van valpreventie is het belangrijk dat ouderen gemotiveerd zijn. Dat lukt als je op de juiste manier inspeelt op de motieven en weerstanden (zie stap Voorbereiding).
Het is aan te bevelen om na een aantal maanden een afspraak te maken met de oudere om de opvolging van je adviezen te evalueren. Bespreek waarom de oudere de adviezen wel of niet heeft opgevolgd, wat nodig is om de niet-opgevolgde adviezen alsnog in praktijk te brengen en wat het reeds opgevolgde advies heeft opgeleverd. Dit is ook het moment om te bespreken welke geobserveerde valrisicofactoren nog niet zijn aangepakt. Voor deze factoren kun je nu interventies inzetten.