Ga door naar hoofdinhoud
dronten stad drone

Dronten: lokale ketenaanpak met hulp van regionale GGD

Praktijkvoorbeeld uit juni 2023

Positief Ouder Worden is een programma van GGD Flevoland om te bevorderen dat ouderen zo lang mogelijk vitaal en gezond blijven. Als onderdeel daarvan deden vier gemeenten mee aan een valpreventieproject, dat draait om een gezamenlijke ketenaanpak. Froukje Zeijl was betrokken namens GGD Flevoland, beleidsmedewerker Susanne Rasing namens de gemeente Dronten. ‘Twee jaar geleden had bijna niemand het over valpreventie, nu zijn professionals doordrongen van de urgentie.’

Een subsidie om de inzet van erkende leefstijlinterventies te verbeteren bracht Froukje Zeijl op het spoor van valpreventie. ‘Ik heb met gemeenten in de regio in kaart gebracht wat ze op dat gebied doen. Daaruit bleek dat het ontbrak aan een gestructureerde aanpak. Dat was voor mij aanleiding om een projectplan te maken in samenwerking met onder andere de gemeenten en de zorgverzekeraar.’

Dronten was een van de gemeenten die werden benaderd, vertelt Susanne. ‘We hadden toen nog niet veel ervaring met valpreventie. De GGD kwam met indrukwekkende cijfers, bijvoorbeeld dat gemiddeld elke vijf minuten een 65-plusser op de spoedeisende hulp belandt na een val. We herkenden de toenemende vergrijzing en druk op de zorg. Alle reden om met valpreventie aan de slag te gaan.’

Neem een kijkje in de ketenaanpak valpreventie Flevoland.

De GGD organiseerde een project van anderhalf jaar, waarin de nadruk lag op samenwerking in de keten. Aandachtspunten waren onder andere het in kaart brengen van het beweegaanbod, het overdragen van kennis, een gezamenlijke werkwijze en communicatie met professionals en ouderen:

  • De GGD stelde samen met elk van de vier deelnemende gemeenten (Almere, Dronten, Lelystad en Urk) een lokale werkgroep samen. Froukje: ‘Het verraste mij hoe snel we elke werkgroep hadden gevuld met verschillende disciplines. Dat is ons gelukt door ieders netwerk aan te spreken.’ Naast de gemeente en GGD waren onder andere ook fysiotherapeuten, wijkverpleging, apothekers en welzijn vertegenwoordigd. De gemeenschappelijke deler? ‘Een heel groot hart voor ouderenzorg’, aldus Susanne. ‘Iedereen is betrokken en bereid om een stapje extra te zetten op het gebied van valpreventie.’
  • De GGD stelde ook een regionale stuurgroep samen met vertegenwoordigers van onder andere gemeenten, welzijnsorganisaties, ROS-organisaties (regionale ondersteuningsstructuur voor huisartsen), een provinciale organisatie voor sportbeleid, de zorgverzekeraar en een patiëntenfederatie. 
  • De GGD had als initiatiefnemer de rol van aanjager en coördinator. Froukje betrok de gemeenten in een vroeg stadium. ‘Om draagvlak te creëren heb ik de gemeenten uitgenodigd om al tijdens de planvorming mee te lezen.’ Ook in de uitvoeringsfase nam de GGD de rol van aanjager op zich, vertelt ze. ‘De gemeenten hadden de taak om mee te denken, de uitvoering te bewaken en hun netwerk in te zetten om bijvoorbeeld de juiste professionals te betrekken. Zij waren de verbindende factor in het project.’
  • Aandacht in de lokale pers zorgde voor extra aanmeldingen, vertelt Susanne. ‘Een artikel in de lokale krant leidde tot een reactie van een apotheker, die zich ervan bewust is dat medicijngebruik een oorzaak kan zijn van vallen.’
  • In Dronten sloot zelfs de brandweer zich aan: ‘In sommige gemeenten komt de brandweer bij ouderen over de vloer voor een woningcheck om te controleren of een woning brandveilig is. Brandweerlieden hebben meegedaan aan een scholing zodat ze nu ook valrisico’s in huis signaleren en ouderen adviseren over een veilige woninginrichting.’

Betrokken partijen:

  • GGD
  • Gemeenten
  • ROS-organisaties
  • Zorgverzekeraar
  • Professionals (medisch en sociaal domein)

Naast het netwerk van samenwerkende professionals heeft het project nog veel meer opgeleverd:

  • Het project duurde anderhalf jaar, maar de GGD, gemeenten en andere deelnemers besloten om door te gaan. Deze doorstart is mede te danken aan de geboekte resultaten. Als voorbeeld noemt Froukje een gestructureerde aanpak voor valpreventie. ‘We hebben bijvoorbeeld een stroomschema opgesteld dat laat zien wat een volgende stap kan zijn als je een verhoogd valrisico signaleert. De lokale werkgroepen hebben dat stroomschema per gemeente ingevuld.’
  • In Dronten weten partijen elkaar steeds beter te vinden, vertelt Susanne. ‘Het sociaal en medisch domein waren redelijk gescheiden werelden. Ze wisten van elkaar wel wat ze deden, maar meer niet. Mede dankzij het project lukt het steeds beter om elkaar te vinden en ouderen goed door te verwijzen naar de juiste hulp.’ 
  • De werkgroep heeft onder andere aandacht besteed aan informatie voor ouderen. Bijvoorbeeld via een website, sociale media, aanwezigheid op een informatiemarkt voor ouderen en aandacht in de lokale pers. 
  • Daarnaast is er geïnvesteerd in scholing. Een docent van VeiligheidNL heeft drie workshops verzorgd om professionals te trainen in het signaleren van valrisico’s, ook professionals die ‘achter de voordeur’ komen. En dat is heel belangrijk, benadrukt Froukje. ‘Uit een panelonderzoek dat we hebben uitgevoerd, blijkt dat ouderen hun valrisico zelf onderschatten.’ 
  • Vergeleken met twee jaar geleden zijn er flinke stappen gemaakt’, zegt Susanne. ‘Toen had niemand het over valpreventie, nu merk ik dat professionals doordrongen zijn van de urgentie – ook op de langere termijn.’ En dat is een prettig idee nu gemeenten de taak krijgen om valpreventie aan te bieden aan 65-plussers.
  • Gemeenten beschikken via de GGD over een dashboard om onder andere te monitoren of het aantal valincidenten afneemt. 

Froukje en Susanne delen graag de belangrijkste succesfactoren en aandachtspunten:

  • Begin klein. ‘Er speelt van alles in gemeenten, op veel verschillende gebieden’, vertelt Susanne. ‘Iets nieuws als valpreventie schrikt af. Daarom zijn we klein begonnen met een inventarisatie. Daarna hebben we onze activiteiten geleidelijk uitgebreid.’
  • Gebruik de kennis van professionals. Susanne: ‘Ik heb veel professionals zelf benaderd en ze persoonlijk uitgenodigd om bijvoorbeeld deel te nemen aan de werkgroep. Ik heb vooral gezocht naar professionals die over een groot netwerk beschikken. Zij weten precies welk aanbod er in elke wijk is.’ 
  • Probeer het wiel niet opnieuw uit te vinden. Froukje: ‘Gebruik de kennis die al beschikbaar is.’ Als voorbeeld noemt Susanne het stroomschema en de socialmediakit van de GGD Flevoland, die de lokale werkgroepen vervolgens op maat hebben gemaakt.
  • Borg afspraken via een stuurgroep. ‘In een werkgroep zitten de meest enthousiaste professionals’, vertelt Froukje. ‘Dat is geweldig maar je wilt dat valpreventie geborgd is in de werkwijze van álle professionals. De leden van de stuurgroep bewaken dat valpreventie en de gezamenlijke werkwijze binnen hun organisatie of beroepsgroep onder de aandacht blijven – ook als een enthousiaste collega van baan wisselt.’

Op de hoogte blijven van nieuws over Valpreventie

Meld je aan

Meer over onderwerpen:

Meer voor werkvelden:

Thema

Valpreventie

Elke 5 minuten belandt een 65-plusser op de Spoedeisende Hulp na een valongeval. De gevolgen van een val zijn enorm, zowel in persoonlijk leed als maatschappelijke zorgkosten. Het thema Valpreventie zet zich in om valletsel bij ouderen te verminderen.

Meer over dit thema
placeholder