
Valpreventie
Zaanstreek-Waterland evalueert de ketenaanpak valpreventie
In Zaanstreek-Waterland is de ketenaanpak valpreventie al een aantal jaar actief. Een onderzoek van een masterstudent bracht de bevorderende en belemmerende factoren voor de ketenaanpak in kaart. Dit was een mooi startpunt voor de volgende stap: de evaluatie van de ketenaanpak en de overdracht naar de gemeente. Bob Zondag van GGD Zaanstreek-Waterland vertelt hoe ze dit aanpakken.
Eind 2021 startte GGD Zaanstreek-Waterland een pilot in twee gemeentes om een ketenaanpak valpreventie te ontwikkelen. Met partners uit het sociale en het medische domein onderzochten ze hoe zo’n ketenaanpak eruit zou moeten zien. Ook werd een regionale stuurgroep in het leven geroepen, met daarin een zorgverzekeraar, ZonH als ROS (Regionale Ondersteuningsstructuur), Alliantie Fysiotherapie Zaanstreek Waterland, de gemeenten en de GGD. De stuurgroep ontwikkelde op basis van de ervaringen uit de pilot een blauwdruk voor de ketenaanpak voor de overige gemeentes in de regio.
Deze aanpak start met twee bijeenkomsten. De eerste bijeenkomst is vooral bedoeld om elkaar te leren kennen, het doel vast te stellen en te bespreken hoe de lokale keten eruit moet zien. Tijdens de tweede bijeenkomst worden de verschillende rollen in de keten gedefinieerd en verdeeld. Dit gebeurt op basis van de bekende ketenstappen: opsporen, valrisico inschatten, interventie en vervolgaanbod. De gemaakte afspraken worden vastgelegd en gedeeld, zodat iedereen ermee aan de slag kan.
Bob en zijn collega Carin Bosma fungeren als tussenpersoon tussen de stuurgroep en de verschillende ketens in de gemeentes. Zij organiseren de bijeenkomsten met de ketens en brengen de regionale input in. Andersom nemen zij ook input mee uit de ketens naar de stuurgroep. Bob: “De regionale stuurgroep is inmiddels flink uitgebreid met meer partijen uit het sociaal en medisch domein en er is nu ook een IZA-coördinator. Samen hebben we regionale richtlijnen afgesproken die de ketenaanpak verder optimaliseren. Het is de bedoeling dat de GGD zich in de loop van dit jaar terugtrekt uit de lokale ketens. We blijven wel betrokken via de regionale stuurgroep.”
Nu de meeste ketens lopen in Zaanstreek-Waterland, is het tijd voor de volgende stap: de evaluatie en de overdracht van de ketens aan de gemeentes.
Voor de evaluatie heeft een masterstudent Gezondheidswetenschappen interviews gehouden met ketenpartners om de bevorderende en belemmerende factoren in de ketenaanpak in kaart te brengen. De volgende factoren kwamen uit het onderzoek:
Bevorderende factoren:
- De twee bijeenkomsten van de GGD als aftrap voor de keten
- Korte communicatielijnen tussen de ketenpartners
- Aanhaken bij al bestaande netwerken van ketenpartners
- Gemotiveerde partners in de keten
Belemmerende factoren:
- Afspraken blijken bij nader inzien toch niet altijd concreet genoeg te zijn
- Partners die door drukte of andere oorzaken niet altijd betrokken zijn
- Het ontbreken van een duidelijke coördinator
Bob: “Het onderzoek geeft ons een mooi startpunt voor de evaluatie. Tijdens de evaluatiebijeenkomsten bespreken we de keten stap voor stap. Wat gaat er goed, wat kan beter en welke inzichten uit het onderzoek kunnen we meenemen. Als het nodig is, maken we ter plekke gezamenlijk een nieuwe passende afspraak. Na de bijeenkomst sturen we de lijst met actuele afspraken rond. Deelnemers hebben twee weken om te reageren, daarna zijn de afspraken definitief.”
Iedereen die een rol speelt in de keten, is voor de evaluatie uitgenodigd. Denk aan de lokale welzijnspartner, een beweegmakelaar, interventie-uitvoerders (meestal fysiotherapeuten), een ergotherapeut, de POH of de huisarts, soms een apotheker, een diëtist, de thuiszorg of een vrijwilligersorganisatie. De precieze samenstelling van de groep verschilt per keten, afhankelijk van wie er in de gemeente actief is. Soms zijn er ook partijen bij die een vervolgaanbod aanbieden, zoals een pilates- of een judodocent.
De GGD organiseert de evaluatiebijeenkomst samen met de gemeente. Na de evaluatie trekt de GGD zich terug uit de keten. Bob: “We zorgen voor een warme overdracht naar de gemeente. Daarna is het aan hen om de ketens te laten draaien en levendig te houden. Hier ligt wel een verantwoordelijkheid: als je niet regelmatig bij elkaar komt, dreigt het te versloffen.”
Bob ziet wel verschillen tussen de zeven gemeentes in de regio. De vijf kleine gemeentes hebben ieder één keten. Door de korte lijntjes zijn zij over het algemeen al wat verder. In drie ervan is de evaluatiebijeenkomst inmiddels geweest en is de keten overgedragen aan de gemeente. In de grotere gemeentes Zaanstad en Purmerend zijn meerdere ketens, vaak één per wijk. Hiervan zijn er inmiddels 2 geëvalueerd. “Valpreventie raakt meerdere domeinen. Hoe meer partijen betrokken zijn, hoe complexer het proces is. Ook zijn in grotere gemeentes de portefeuilles over meerdere ambtenaren verdeeld. Hierdoor is er meer afstemming nodig, en dat kost nu eenmaal tijd. In kleine gemeentes heeft één ambtenaar vaak meerdere domeinen onder beheer, dat maakt het makkelijker.” De keerzijde is dat kleinere gemeentes daardoor wel kwetsbaar zijn. Als er iemand uitvalt, is er niemand die het kan overnemen. Bob: ”Dit is bij twee kleine gemeentes gebeurd, de evaluatie moet daar nog plaatsvinden.”
Succesfactoren evaluatie
Er zijn inmiddels 5 evaluatiebijeenkomsten geweest. Bob noemt de volgende succesfactoren voor een geslaagde evaluatie:
- Neem voor de evaluatiebijeenkomst contact op met een paar centrale partners om te kijken wat er speelt in de lokale keten. Zo kun je je goed voorbereiden en inspelen op eventuele problemen of spanningen.
- Creëer een veilige omgeving zodat iedereen zich durft uit te spreken.
- Hoe concreter je de afspraken weet te formuleren, hoe beter het werkt. Zo weten de deelnemers precies waar ze aan toe zijn en wie wat moet doen. Leg ook de ‘vanzelfsprekendheden’ vast en hoe de afspraken van start gaan na de bijeenkomst, want daarin ontstaan verschillen in verwachtingen.
- Leg de afspraken niet van bovenaf op, maar laat de verantwoordelijkheid voor goede afspraken bij de ketenpartners zelf. Ook regionale inzichten leg je niet op, maar gebruik je om samen te onderzoeken hoe deze zich vertalen naar de lokale context. Dit is ook waarom er regionale richtlijnen zijn opgesteld en geen harde afspraken. Lokaal kan een keten hiervan afwijken.
- Een concrete lijst met afspraken zorgt ervoor dat de deelnemers het gevoel hebben dat de bijeenkomst ook echt iets heeft opgeleverd. Hierdoor zijn mensen ook gemotiveerd om aan de slag te gaan.
Een volgend project is inmiddels al in de maak: het ontwikkelen van een monitor voor de 5 ketenaanpakken: Valpreventie, Kansrijke Start, de aanpakken GLI Kind en GLI Volwassenen en Welzijn op Recept.
Op basis van zijn ervaringen met de ketenaanpak en het onderzoek naar de bevorderende en belemmerende factoren, deelt Bob nog graag een aantal algemene inzichten voor het opzetten van een ketenaanpak:
- Begin bij al bestaande netwerken. Vaak loopt er in een gemeente of wijk al iets wat een mooi aanknopingspunt kan bieden. Zo zijn Bob en Carin in Landsmeer naar een platformoverleg gegaan, waarin het sociale en het medische domein al met elkaar samenwerken. In Oostzaan zijn ze gestart bij een gezondheidscentrum waar veel ketenpartners onder een dak zitten.
- Zorg voor korte lijntjes. Het belang zit vooral in het samenbrengen en elkaar leren kennen, zodat deelnemers elkaar weten te vinden. Je moet als organisator niet alles willen sturen, maar vooral werken aan het draagvlak voor de gezamenlijke doelen. Laat het gebeuren en heb vertrouwen in de expertise van de ketenpartners.
- De gemeente moet de coördinerende rol voor de ketens goed invullen, zodat de ketens hun werk blijven doen. Als deze rol niet of niet goed wordt vervuld, dan zie je dat de samenwerking ook snel afneemt.
Aan de slag
Meer over onderwerpen:
Valpreventie
Elke 5 minuten belandt een 65-plusser op de Spoedeisende Hulp na een valongeval. De gevolgen van een val zijn enorm, zowel in persoonlijk leed als maatschappelijke zorgkosten. Het thema Valpreventie zet zich in om valletsel bij ouderen te verminderen.