Ga door naar hoofdinhoud
friese vlag op boot

Ketenregisseur: de schakel tussen provinciale en lokale samenwerking

Praktijkvoorbeeld uit januari 2025

Vanuit de Friese Preventieaanpak werken de 18 Friese gemeenten samen met verschillende (kennis)organisaties aan ‘een goede gezondheid en welzijn met gelijke kansen voor iedereen in Fryslân’. Valpreventie is één van de aandachtsgebieden. Irene Bok is namens GGD Fryslân ketenregisseur valpreventie. In deze rol is zij de schakel tussen provinciale partijen en alle 18 Friese gemeenten. Wat is haar rol en hoe houdt ze alle partijen actief betrokken?

De Friese Preventieaanpak is in juni 2020 van start gegaan naar aanleiding van het Nationaal Preventieakkoord als regionale preventieaanpak: daar waar alles samenkomt op het gebied van preventie in Fryslân. Vanaf de start is gekozen voor een brede aanpak, rekening houdend met alle fasen van het leven en achterliggende factoren. De Friese Preventieaanpak gaat de komende jaren verder als dé regionale preventie-infrastructuur voor Fryslân. Daarbinnen is men aan de slag met meerdere opgaven uit het Friese Integrale Zorgakkoord (FrIZA). Ook de vijf verplichte ketenaanpakken, waaronder ‘Valpreventie’, vanuit GALA-IZA zijn allen geborgd en worden provinciaal opgepakt door de Friese Preventieaanpak.

Hoe zorg je voor een effectieve samenwerking tussen 18 gemeenten? Hoe houd je iedereen betrokken? En hoe neem je besluiten op provinciaal niveau zodat gemeenten voldoende vrijheid houden om hun lokale beleid zelf in te vullen? Om dit proces goed te stroomlijnen, werkt de Friese Preventieaanpak met lokale aanjagers, een provinciale werkgroep en een ketenregisseur. Irene legt uit wat de verschillende rollen inhouden: 

  • Elke gemeente heeft een lokale aanjager: een medewerker die verantwoordelijk is voor resultaten op het gebied van valpreventie, samen met lokale uitvoeringspartners. De aanjagers van de 18 gemeenten komen elke zes weken bij elkaar, vertelt Irene. ‘Een heel divers gezelschap. In de ene gemeente is de aanjager een beleidsambtenaar, in de andere gemeente een buurtwerker of een externe zzp’er.’ Tijdens het overleg bespreken zij waar ze in de praktijk tegenaan lopen. ‘We ontdekten bijvoorbeeld dat elke gemeente andere afspraken maakt met bijvoorbeeld fysiotherapeuten die valpreventieve beweeginterventies aanbieden. Dit hebben we met elkaar gedeeld en besproken, zodat alle gemeenten hier een goed besluit over kunnen nemen.’
  • Die besluiten worden genomen in de provinciale werkgroep, met vertegenwoordigers van alle partijen die betrokken zijn bij de volledige valpreventieketen. Hier zit Irene elke zes weken om tafel met vertegenwoordigers van onder meer de zorgverzekeraar, de grootste gemeenten en de regionale organisaties van apothekers, huisartsen, fysiotherapeuten en diëtisten. Zij raadplegen hun achterban en delen op hun beurt ook weer informatie vanuit de provinciale overleggen. ‘In de werkgroep bespreken we wat we gezamenlijk kunnen organiseren en afstemmen. We onderzoeken op dit moment bijvoorbeeld of het mogelijk is om een Fries convenant te ontwikkelen. De zorgverzekeraar wil graag zekerheid hebben dat fysiotherapeuten die valpreventieve beweeginterventies verzorgen, onderdeel zijn van de ketenaanpak in de gemeente.’ Irene legt uit dat de zorgverzekeraar dankzij dit convenant een overzicht heeft van alle fysiotherapeuten in de Friese gemeenten die onderdeel zijn van de ketenaanpak valpreventie. ‘Dat we dit op provinciaal niveau ontwikkelen, bespaart veel werk.’
  • Irene vervult de rol van ketenregisseur valpreventie en functioneert als een ‘verbinder’. Zij onderhoudt contact met alle partijen, maakt de agenda voor de overleggen en houdt iedereen op de hoogte. ‘Ik vertel de aanjagers over de landelijke ontwikkelingen en wat er van de gemeenten wordt verwacht. Dat doe ik onder andere via een nieuwsbrief. En als er belangrijk nieuws is, mail of bel ik.’ Ze onderhoudt het netwerk en is continu alert op nieuwe kansen. Als voorbeeld noemt ze de 40 Friese bibliotheken, die een belangrijke ontmoetingsplaats zijn voor ouderen. ‘Ik wil in gesprek gaan met de bibliotheken: welke rol zien zij bij het opsporen en doorverwijzen van ouderen met een verhoogd valrisico? Als we daar een vorm voor vinden, bespreek ik dit weer met de werkgroep en aanjagers.’

De lokale en regionale samenwerking heeft al verschillende resultaten opgeleverd: 

  • De organisatie ‘staat’ en Irene heeft als ketenregisseur met alle betrokkenen persoonlijk contact. ‘Ik pak snel de telefoon en ga geregeld op bezoek. Dat kost tijd maar het contact verloopt veel makkelijker als je elkaar kent.’ In dat contact gooit ze soms ook haar netwerk in de strijd. ‘Doordat ik overzicht heb over alle gemeenten in Friesland, kan ik goed verbinden. Ik wissel mooie initiatieven of voorbeelden uit en kan beter maatwerk toepassen in elke gemeente.’
  • Gemeenten leren van elkaar. Irene: ‘Soms gewoon door de kunst bij elkaar af te kijken. Als een van de gemeenten een goede website heeft over valpreventie, wijs ik andere gemeenten daarop. Waarom zou je dat voorbeeld niet overnemen?’ Daarnaast stimuleert Irene gemeenten om ervaringen en beleidskeuzes uit te wisselen. ‘Dat geldt bijvoorbeeld voor de vraag of deelnemers een eigen bijdrage betalen voor een training. Ook dat gaan we begin volgend jaar samen evalueren.’

Een netwerk heeft onderhoud nodig. Dat betekent vooral: goed contact houden met alle partijen. ‘Ik sta ten dienste van de gemeenten’, vertelt Irene. ‘Ik heb vooral veel contact met alle aanjagers. Het is belangrijk dat alle gemeenten het gevoel hebben dat ze iets bijdragen aan het netwerk én dat ze iets terugkrijgen. Daarom vraag ik soms letterlijk: wat kan ik voor je betekenen?’ 

Als ketenregisseur heeft Irene veel profijt van haar ervaring als buurtsportcoach en regiomanager. ‘Ik ben bekend met de werkwijze van gemeenten en het sociaal domein. Daarnaast heb ik ervaring met denken op beleidsniveau. Valpreventie heeft onder andere raakvlakken met sport, bewegen, eenzaamheid en welzijn. Dus ik adviseer ambtenaren om eens met collega’s te bespreken of ze budgetten kunnen combineren. Wil je bijvoorbeeld ouderen in een kwetsbare sociaal-economische positie bereiken? Ga dan eens koffiedrinken met je collega die zich bezighoudt met armoedebestrijding.’

Ook haar praktische instelling en ervaring met uitvoering komen van pas, vertelt ze. ‘Als ketenregisseur heb ik een adviserende en beleidsmatige rol, maar ik kan me goed verplaatsen in de hobbels die de lokale coördinatoren tegenkomen in de praktijk. Ik denk dan graag mee. En als het mogelijk is, werk ik mee aan een oplossing.’ Als voorbeeld noemt ze het feit dat er in de startfase te weinig fysiotherapeuten beschikbaar waren om alle valpreventieve beweeginterventies uit te voeren. ‘Daarom willen we met het ROC en de academie van buurtsportcoaches onderzoeken of ze op korte termijn extra cursussen kunnen aanbieden. Daarmee kunnen de gemeenten vervolgens weer verder.’

Op de hoogte blijven van nieuws over Valpreventie?

Meer over onderwerpen:

Meer voor werkvelden:

Thema

Valpreventie

Elke 5 minuten belandt een 65-plusser op de Spoedeisende Hulp na een valongeval. De gevolgen van een val zijn enorm, zowel in persoonlijk leed als maatschappelijke zorgkosten. Het thema Valpreventie zet zich in om valletsel bij ouderen te verminderen.

Meer over dit thema
placeholder