Veilig Productgebruik
Trampoline-ongevallen
De afgelopen jaren is er sprake van een zorgelijke stijging in het aantal Spoedeisende Hulp (SEH) bezoeken als gevolg van een trampoline-ongeval. Om deze reden heeft VeiligheidNL in 2019 voor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een Letsel Informatie Systeem (LIS) vervolgonderzoek uitgevoerd onder (ouders/verzorgers van) slachtoffers van trampoline-ongevallen.
Status
Onderzoek type
Onderzoek
De belangrijkste conclusies
Het onderzoek geeft inzichten in welke setting trampoline-ongevallen voorkomen, wat er precies gebeurd is, welke factoren een rol spelen, wat de risicoperceptie van ouders/verzorgers is en waar preventieve maatregelen zich op zouden moeten richten. Dit zijn de belangrijkste conclusies:
- De meeste slachtoffers van een trampoline-ongeval waren kinderen tussen de 5 en 14 jaar (71%). Bij twee derde van de slachtoffers vond het ongeval buiten plaats.
- Het gedrag was volgens de slachtoffers in veel gevallen de oorzaak van het ongeval. Kinderen sprongen bijvoorbeeld met meerderen tegelijk of er werden kunstjes gedaan door het slachtoffer. Gebrek aan toezicht kan daarnaast ook een rol hebben gespeeld. De trampoline zelf werd door een klein deel als oorzaak gezien.
- In ruim de helft van de ongevallen was sprake van ernstig letsel. De ernst van het letsel verschilde niet tussen ongevalslocaties (tuin vs. trampolinepark) of tussen oorzaken van het ongeval.
- Ouders/verzorgers van slachtoffers (<15 jaar) voelen zich verantwoordelijk voor het toezicht bij trampolines, maar ongeveer 60 procent gaf aan hun kind op een trampoline te laten springen als er geen toezicht was.
Aan de slag
Meer over onderwerpen:
Veilig Productgebruik
Elke dag belanden er 600 mensen op de Spoedeisende Hulp door een ongeval met een consumentenproduct. Soms is het product onveilig, maar in veel gevallen is menselijk gedrag de oorzaak van letsel. Het thema Veilig productgebruik zet zich in om ernstig letsel als gevolg van het onjuist gebruiken van een product te voorkomen.