Kinderveiligheid
Meest gestelde vragen over veilig vervoer in de auto
Wij krijgen veel vragen van professionals en ouders over het veilig vervoeren van kinderen in de auto. We hebben de meest gestelde vragen en bijbehorende antwoorden voor je op een rij gezet. Van wel of niet voorin zitten, tot vragen over Isofix en i-Size.
We adviseren om een baby of peuter in de autostoel zo lang mogelijk achteruit te vervoeren: minimaal 15 maanden. Het kind kijkt dus met het gezicht naar achteren. Waarom? Het nekje is bij jonge kinderen kwetsbaarder, omdat ze in verhouding een zwaarder hoofd hebben. Op deze manier wordt het nekje tijdens een botsing beter beschermd. Bij R129 autostoeltjes is het verplicht om kinderen tot 15 maanden achteruit te vervoeren.
Ja, maar alleen als ouders zeker weten dat deze stoel niet betrokken was bij een aanrijding, en dat er geen beschadigingen zijn. Soms kun je beschadigingen aan de buitenkant niet zien. Maar na een botsing kunnen er haarscheurtjes in het frame ontstaan, waardoor autostoelen niet meer betrouwbaar zijn. Als ouders zelf een botsing hebben gehad met auto, adviseer ze dan om de autostoel te vervangen.
Ja. Een kind zit stevig vast als de riempjes strak aangetrokken zijn. Ouders kunnen dit controleren door met hun vingers de ruimte tussen de riempjes en hun kind te plaatsen: de ruimte mag maximaal twee vingers zijn.
Met een dikke jas lijkt het misschien of een kind stevig vastzit. Maar bij een botsing wordt de jas totaal platgedrukt, en dan zitten de riempjes ineens veel te ruim! Is het koud in de auto? Je kunt ouders adviseren om dan een dekentje over het kind te leggen, nadat ze de riempjes hebben strakgetrokken.
Isofix is een bevestigingssysteem waarmee autostoelen stevig kunnen worden vastgezet, steviger dan met alleen een autogordel. Dat komt omdat het autostoeltje met Isofix direct aan de auto vastzit met bevestigingshaken, in plaats van alleen met een autogordel aan de achterbank. Daardoor is er minder speling.
De meeste nieuwe auto’s beschikken over een systeem waarmee je Isofix stoelen kunt vastklikken. Bij auto’s vanaf 2012 is dit standaard. Lees hier meer over in dit artikel [link naar Isofix artikel].
Het grootste voordeel van Isofix: het is veel eenvoudiger in gebruik dan een autogordel. En dat maakt Isofix een stuk veiliger, omdat de kans op onjuiste bevestiging veel kleiner wordt. Adviseer ouders wel om te blijven controleren of het autostoeltje goed is vastgeklikt.
Autostoelen die voldoen aan de nieuwe i-Size regelgeving, kun je alleen nog met Isofix vastmaken. Dat geldt niet voor alle babyautostoelen: die kun je soms zowel met Isofix als met de gordel vastmaken. Dit kan handig zijn wanneer ouders het autostoeltje in een tweede, oudere, auto willen gebruiken, zonder Isofix bevestigingspunten.
i-Size, of R129, is sinds 2013 de nieuwe, Europese veiligheidsnorm voor autostoeltjes. I-Size is een aanpassing van de oude R44 norm. Het grootste verschil: bij R44 keek men vooral naar het gewicht van kinderen wat betreft het gebruik van stoeltjes. I-Size kijkt naar de lengte van kinderen. Dat is duidelijker voor ouders, omdat de lengte gelijk is aan de kledingmaat van het kind. Daarnaast zijn i-Size stoeltjes extra getest op botsingen vanaf de zijkant. In dit artikel komen de regels en de verschillen uitgebreid aan bod.
De stoeltjes zijn te herkennen aan het i-Size logo. Het doel van i-Size is het vervoer van kinderen in auto’s veiliger te maken.
Het verschil met Isofix? Isofix is een systeem waarmee autostoeltjes op gemakkelijke wijze in de auto bevestigd kunnen worden. De bevestiging gaat zonder gebruik van de autogordel. Een i-Size autostoel is altijd voorzien van een Isofix systeem.
Ja, in Nederland mag dat. Een kind mag op de bijrijdersstoel zitten met de autogordel om, als het 135 cm is.
Jongere kinderen, die nog in een autostoeltje zitten, mogen ook voorin vervoerd worden. Kinderen in een babyautostoel moeten zo lang mogelijk achterwaarts. Kinderen in een peuterautostoel ook het liefst. Dit kan in sommige i-Size stoeltjes. Bij achterwaarts vervoer van kinderen op de bijrijdersstoel moeten ouders de airbag uitzetten.
Bij voorwaarts vervoer adviseren wij ouders ook om de airbag uit te zetten. Een airbag die uitklapt geeft een harde klap, waardoor bij het kind letsel kan ontstaan. Vervoeren ouders hun kind voorwaarts en kan de airbag niet uit? Adviseer ouders dan om de bijrijdersstoel zo ver mogelijk naar achter te zetten.
Video live Q&A Veilig vervoer
In samenwerking met WIJ hebben we ouders de kans gegeven al hun vragen te stellen over het veilig vervoeren van kinderen. Hoofdredacteur van WIJ, Mariska van der Kogel, stelde de meest ingezonden vragen van ouders live aan onze Kinderveiligheid expert. Dat leverde een schat aan deskundige informatie en adviezen voor ouders op. Laat ouders de complete livestream hier terug kijken.
Bekijk de livestream over Veilig vervoer
Op de hoogte blijven?
Heb jij in je werk te maken met kinderveiligheid en wil je op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen, onze Veilig Opgroeien aanpak en voorlichtingsmaterialen? Meld je aan voor onze e-mail updates!
Aan de slag
Meer over onderwerpen:
Meer voor werkvelden:
Kinderveiligheid
Elke 6 minuten belandt er een kind op de Spoedeisende Hulp met letsel door een ongeval. Dit heeft veel impact op het leven van een kind én de ouders. Het letselpreventiethema Kinderveiligheid zet zich in om ernstig letsel bij kinderen te voorkomen.