Ga door naar hoofdinhoud
Valoefening 'Kijk uit... je gaat onderuit'

Kijk uit... je gaat onderuit!

Opzij vallen

Met de valoefening 'Kijk uit... je gaat onderuit!' leren kinderen veilig opzij vallen.

Doel

Dit leren de kinderen:

  • Ze leren zichzelf veilig op te vangen als zij (opzij) uit balans raken.
  • Ze leren om hun armen niet uit te steken in de richting van de val. Zo raken de armen en het hoofd de grond niet.
  • Ze krijgen meer controle over hun snelheid, kracht en bewegingsrichting.
  • Ze wennen aan het onverwachts en gedesoriënteerd uit balans raken.
  • Ze leren samenwerken en vergroten hierdoor hun zelfvertrouwen.
  • Ze leren omgaan met hun persoonlijke grenzen.

Doelgroep

Voor scholen

Aanpak

Bij iedere oefening hoort een fantasie die jullie naspelen. Zo zijn de kinderen de ene keer een sluipende leeuw en spelen ze daarna weer een ijsbeer die van een rots tuimelt. Bij iedere oefening geven we een adviesleeftijd, advies over de materialen die je nodig hebt en tips om de oefening moeilijker of makkelijker te maken.

Adviesleeftijd

Vanaf 7 jaar

Aan de slag

Bereid je goed voor. Dit zijn de benodigde materialen: Een dikke mat, valmatjes en een wandrek of springkast.
Video

Ruben en Mara doen het voor

Ruben en Mara doen eerst de hele oefening voor. Bekijk de oefening eerst 1x helemaal en gebruik 'm daarna ter ondersteuning in de les.

Oefening 1

Uit de rij naar opzij

Fantasie

Om de beurt knallen jullie weg.
Wat een harde knallen zeg.
Je valt veilig opzij.
Ik ben na jou en jij na mij.

placeholder

Zo doe je de oefening

  1. Leg een dikke valmat neer.
  2. Een klein groepje kinderen staat naast elkaar opgesteld langs de lange zijde van de mat.
  3. Ze staan allemaal met hetzelfde been naar de mat en dus met alle neuzen in dezelfde richting.
  4. Ze staan eerst op 50 cm van de mat, wat je steeds verder gaat uitbouwen tot enkele meters.
  5. Ze stappen om de beurt opzij en vallen dan opzij op de mat. Ze oefenen dit zowel naar links als naar rechts.
  6. De kinderen slaan vlak voor of tijdens hun val, zo hard mogelijk af met hun arm op de mat. Hierbij raakt de hand de mat naast het bovenbeen.
  7. Laat ze dit in groepjes van 2 a 3 kinderen doen.
placeholder
Oefening 2

Kijk uit... je gaat onderuit!

Fantasie

Wat zit je hoog, wat doe je daar?
Spring opzij, dat is niet raar.
Je landt veilig op de grond.
Je valt opzij en blijft gezond.

placeholder

Zo doe je de oefening

  1. Laat de kinderen om de beurt, of per twee in het wandrek klimmen. Of op een springkast staan.
  2. Ze springen opzij op een dikke mat en landen veilig op hun voeten.
  3. Direct daarna laten zij zich opzij vallen en slaan af waardoor ze afremmen, zoals ze net geleerd hebben.
  4. Laat ze de oefening nogmaals doen waarbij ze op hun andere zij vallen.
  5. Bouw de hoogte stapsgewijs op.
placeholder
Oefening 3

Draaien en omver waaien.

Fantasie

Draaien, draaien in de wind.
Bij windkracht 4 draait ieder kind.
Windkracht 11 is een orkaan.
Dan kun je niet meer blijven staan.

placeholder

Zo doe je de oefening

  1. Deze oefening doe je één voor één met alle kinderen.
  2. Ga voor het kind staan, dat rechtop voor jou staat. Jullie staan samen op ongeveer 3 meter afstand van de dikke mat.
  3. Geef elkaar je rechterhand en houd die vast. Pak met je andere hand de rechterarm van het kind vast. Hij houdt zijn andere arm 'vrij'.
  4. Draai het kind als in een draaimolen om je heen en laat hem hierbij vooruit lopen ('helikopteren').
  5. Zorg dat het kind in een zijwaartse richting uitkomt bij de mat om daar op zijn zij te vallen en landen.
  6. Spreek met elkaar de snelheid af en gebruik hierbij een schaalindeling van bijvoorbeeld 1 = heel langzaam, tot 6 = het snelst.
  7. Beweeg samen naar de mat en laat het kind op de mat vallen, laat zijn armen pas los als hij veilig is gevallen.
  8. Trek aan het de arm van het kind, zodat hij niet op zijn rug, maar op zijn zij belandt.
  9. Het kind slaat met zijn vrije arm af; goed getimed en goed geplaatst op de mat.
  10. Doe hetzelfde terwijl jullie elkaar aan de andere arm vasthouden. Hierbij wordt het kind achteruit rondgecirkeld en wel zo dat het goed naar opzij kan vallen.
placeholder

Zo maak je het moeilijker

Voer het tempo op en/of laat de kinderen hun ogen (half) dicht houden.
Download

De volledige oefening

Download de oefening 'Kijk uit... je gaat onderuit!' hier en ga er mee aan de slag!

Valoefeningen

Terug naar alle oefeningen

Terug

Meer over onderwerpen:

Meer voor werkvelden:

Thema

Kinderveiligheid

Elke 6 minuten belandt er een kind op de Spoedeisende Hulp met letsel door een ongeval. Dit heeft veel impact op het leven van een kind én de ouders. Het letselpreventiethema Kinderveiligheid zet zich in om ernstig letsel bij kinderen te voorkomen.

Meer over dit thema
placeholder