Vergeleken met de vorige jaarwisseling was de belangrijkste verandering een afname van 70 procent in het aantal letsels op SEH en HAP, van 1.300 naar 385. De daling gold min of meer voor alle typen vuurwerk, dus ook voor letsels door illegaal vuurwerk en carbid. Illegaal vuurwerk leverde veruit het grootste risico op letsel. De kans op letsel bij F1-vuurwerk is klein, maar dit type vuurwerk is relatief het vaakst afgestoken. Het was namelijk het enige vuurwerk dat was toegestaan tijdens het vuurwerkverbod. F1-vuurwerk zorgde daardoor voor een relatief groot aandeel van de letsels.

Ruim vier op de tien vuurwerkletsels betrof een of meerdere brandwonden, en 14 procent oogletsel. Ook open wonden (7%), gehoorschade (7%), oppervlakkig letsel (6%), fracturen (5%) en enkele amputaties werden behandeld op SEH of HAP. De brandwonden en oogletsels werden door vrijwel alle typen vuurwerk veroorzaakt, de amputaties en gehoorschade door zwaar illegaal vuurwerk.

Tweederde deel van de vuurwerkletsels ontstond door ‘gedrag’, in het algemeen door stunten met vuurwerk, het vanuit de hand afsteken van vuurwerk of ander onvoorzichtig gedrag, zoals gevonden vuurwerk afsteken of kinderen sterretjes in de hand geven. Ondeugdelijk vuurwerk (‘productfalen’) was in 12 procent van de ongevallen de oorzaak. Van de overige ongevallen kon niet worden vastgesteld of de oorzaak aan gedrag of aan het vuurwerk lag.

Kijk voor meer informatie over de vuurwerkslachtoffers tijdens jaarwisseling 2020-2021 naar het rapport (onder meer aantal slachtoffers per leeftijdsgroep en toedrachten):