Kinderveiligheid
Vormen van risicovol spelen
Risicovol spelen kan op veel verschillende manieren. Hieronder gaan we in op wat de 8 belangrijkste vormen zijn, wat we er onder verstaan en welke vaardigheden een kind leert en ontwikkelt door op deze manier te spelen (de speelwaarde).
Een korte noot vooraf: Afhankelijk van hoe je de vorm invult, is iedere vorm ook geschikt te maken voor de allerjongsten. Kijk altijd goed naar het kind en bepaal zo wat hij of zij wel of niet kan.
Plaatsvervangend risico
Ook al gaat een kind niet zelf de uitdaging aan, maar kijkt hij/zij alleen naar een ander spelend kind, dan toch is het kind risicovol aan het spelen. Door te kijken naar anderen die iets spannends of risicovols doen, ervaart het kind ook spanning. Door te observeren, leert een kind omgaan met die ene uitdaging zonder zelf in gevaar te komen. Deze vorm is dus ook erg geschikt voor de allerkleinsten.
Voorbeeldactiviteiten: kijken hoe een ouder, broer, zus of ander kind balanceert op een boomstam, of hoog klimt.
Speelwaarde: emotionele ontwikkeling en het leren van consequenties.
Trek- en duwspelen (stoeien)
Elk kind moet op z’n tijd even lekker stoeien en ravotten. Stoeien, worstelen, touwtrekken.. allemaal manieren waarop kinderen spelenderwijs trekkend en duwend hun eigen en elkaars grenzen leren kennen. Trek- en duwspelen zijn geschikt voor hele jonge en oudere kinderen.
Voorbeeldactiviteiten: worstelen, stoeien, spelen met zwaarden of stokken en touwtrekken.
Speelwaarde: fysieke fitheid, motorische vaardigheden en sociale vaardigheden.
Spelen met gevaarlijke voorwerpen
Door te spelen met gevaarlijke voorwerpen leren kinderen omgaan met scherpe, harde, zware of hete voorwerpen of materialen.
Voorbeeldactiviteiten: knippen met een scherpe schaar, spijkers in een plankje slaan, spelen met takken, slijpen met een zakmes, timmeren en spelen met pijl en boog.
Speelwaarde: vaardigheden die het kind nodig heeft in het dagelijks leven en zelfvertrouwen.
Spelen op hoogte
Spelen op hoogte is het spel waarbij kinderen naar beneden kunnen vallen.
Voorbeeldactiviteiten: zelf de trap op kruipen/lopen, klimmen (bijv. in een doos), balanceren (bijv. op een stoeprand of stenen muur), springen (bijv. van bewegende schommel), hangen, schommelen en apekooien in huis.
Speelwaarde: fysieke fitheid, motorische vaardigheden, ruimtelijk inzicht, het inschatten van diepte en snelheid en zelfvertrouwen.
Lekker laten gaan
Laat ze lekker gaan. Bouw bijvoorbeeld eens een apenkooi parcours.
Spelen met impact
Hiermee bedoelen we het spel waarbij kinderen botsen, vallen of sprinten en ervaren wat het effect hiervan is.
Voorbeeldactiviteiten: springen van de glijbaan, tegen een muur of tegen elkaar aan fietsen of lopen en je op een mat laten vallen.
Speelwaarde: fysieke fitheid, motorische vaardigheden, ruimtelijk inzicht, het inschatten van diepte en snelheid en zelfvertrouwen.
Spelen op gevaarlijke plekken
Vergroot de speelwereld van kinderen. Laat ze op onbekende, zelf gemaakte, niet omheinde, harde, gladde of hete plekken spelen. Je kunt er niet jong genoeg mee beginnen. Bij jonge kinderen is het wel belangrijk dat er altijd toezicht van een volwassene is.
Voorbeeldactiviteiten: laat het kind op de stoep spelen in plaats van in de eigen tuin, help het kind een kaarsje aan te steken of houtblok op een vuurtje gooien, spelen in de buurt van water, een kampvuurtje maken.
Speelwaarde: leren omgaan met potentieel gevaarlijke situaties en leren om niet snel angstig te zijn.
Spelen uit het zicht
Ouders houden graag een oogje in het zeil. Maar het is juist heel goed voor (de wat oudere) kinderen om soms juist uit het zicht te spelen. Jonge kinderen kunnen alleen op veilige plekken uit het zicht spelen.
Voorbeeldactiviteiten: verstoppertje spelen, het kind op ontdekkingstocht laten gaan, het kind op een plein, veldje of speeltuin laten spelen en het kind een geheime plek laten bouwen waar zij ongezien kunnen spelen.
Speelwaarde: zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerken.
Spelen met snelheid
Hierbij versnellen kinderen hun eigen lichaam, al dan niet met een hulpmiddel.
Voorbeeldactiviteiten: laat het kind lekker (hard) rond rennen, pak de loopfiets of driewieler erbij, van een heuvel afrennen of fietsen, steeds harder en hoger schommelen, met meerdere op een schommel, staan op de schommel, skaten, skateboarden en schaatsen.
Speelwaarde: fysieke fitheid, motorische vaardigheden, ruimtelijk inzicht, het inschatten van diepte en snelheid en zelfvertrouwen.
Ook lekker laten gaan in de winter
Ook in de winter kun je kinderen lekker laten gaan.
Meer over deze vormen vind je op kinderveiligheid.nl, dé website voor ouders.
Aan de slag
Meer over onderwerpen:
Meer voor werkvelden:
Kinderveiligheid
Elke 6 minuten belandt er een kind op de Spoedeisende Hulp met letsel door een ongeval. Dit heeft veel impact op het leven van een kind én de ouders. Het letselpreventiethema Kinderveiligheid zet zich in om ernstig letsel bij kinderen te voorkomen.