Naast lichamelijke gevolgen drukken blessures ook op het sportplezier. Vanwege een blessure kunnen sporters minder sporten, moeten een andere sport kiezen of zelfs helemaal stoppen met sporten. Daarnaast gaan met blessures ook kosten gepaard. Alleen al van sporters die op de Spoedeisende Hulp (SEH) zijn behandeld, bedroegen de medische- en verzuimkosten in 2019 €400 miljoen. 

Ruim 10 miljoen Nederlanders sporten iedere week. Dat is belangrijk, want sport draagt bij aan een gezonde leefstijl en samenleving. Maar door blessures kan niet iedereen ongehinderd blijven sporten. In totaal ging het in 2019 om 4,4 miljoen sporters die samen 5,5 miljoen blessures opliepen. 2/3 ontstond acuut, bijvoorbeeld door een val. De rest ontstond geleidelijk, zoals door overbelasting. Vooral knieblessures kwamen vaak voor. 

Tijdens voetbal, fitness en hardlopen ontstonden ruim de helft van alle blessures in 2019. Als je kijkt naar het aantal uur dat er besteed wordt aan deze sporten, heb je tijdens fitness aanzienlijke minder kans op een blessure dan bij voetbal en hardlopen.

In 2019 belandden er per dag 300 sporters op de SEH. Bijna de helft hiervan had een ernstige blessure. De meeste sporters moesten naar de SEH vanwege een opgelopen blessure tijdens voetbal, bewegingsonderwijs, paardrijden, hockey of wielrennen. Vaak was een val de oorzaak. Bij de helft van de sporters die in 2019 naar de SEH-afdeling kwam, was sprake van een fractuur. De sporters die in 2019 het grootste risico op een blessure hadden waren mountainbikers, voetballers en wielrenners.

De verwachting is dat de blessurecijfers van 2020 er anders uit zullen zien vanwege de COVID-maatregelen. Tijdens de eerste lockdown daalde het aantal sportblessures op de SEH al met 53% ten opzichte van dezelfde periode in 2019. Het ging vooral om sporten die op dat moment niet doorgingen, zoals teamsporten en bewegingsonderwijs. Daarentegen steeg het aantal blessures tijdens skeeleren/skaten met 233%. 

De afgelopen tien jaar is het aantal SEH-bezoeken in verband met een ernstige sportblessure met tien procent gedaald. Aangezien het totaal aantal sporters in deze periode is gestegen, lijkt er sprake van een gunstige ontwikkeling. Opvallend is echter de sterke stijging in het aantal blessures bij wielrennen (80%) en mountainbiken (71%) in de periode 2010-2019. Aanvullend onderzoek is nodig om de belangrijkste oorzaken van deze stijging te achterhalen en vervolgens blessurepreventieve maatregelen in te kunnen zetten.

VeiligheidNL streeft ernaar dat zoveel mogelijk sporters met plezier kunnen blijven sporten. Hiervoor is effectieve blessurepreventie noodzakelijk. Doe bijvoorbeeld altijd een warming-up, spierversterkende- en stabiliteitsoefeningen en gebruik de bescherming die past bij jouw sport, zoals scheenbeschermers een bitje of helm. Voor een aantal sporten zijn er effectieve programma’s die de trainer kan inzetten om de kans op blessures in het team te verkleinen. En na een enkeldistorsie kan de sporter aan de slag met het Versterk je enkel-programma om recidief letsel te voorkomen.