Verkeersveiligheid
Ongevallen met mindervalidevoertuigen
Er zijn verschillende vormen van ‘gehandicaptenvoertuigen met motor’ op de markt, maar er is nog weinig bekend over hoeveel verkeersongevallen er plaatsvinden waarbij een mindervalidevoertuig betrokken is. VeiligheidNL heeft in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzoek gedaan naar de omvang, aard en gevolgen van verkeersongevallen (met letsel) waarbij een scootmobiel of ander mindervalidevoertuig betrokken was.
Status
Onderzoek type
Onderzoek
De doelstelling van dit rapport is om inzicht te geven in de meest recente gegevens over verkeersongevallen (met letsel) waarbij een scootmobiel of ander (gemotoriseerd) mindervalidevoertuig betrokken was. Het gaat hierbij om inzicht in de omvang van de problematiek en de ontwikkeling hiervan gedurende de periode 2013-2022. Ook wilde het ministerie meer inzicht in de risicogroepen en wat de gevolgen voor de slachtoffers zijn. Zoals de ernst van het letsel, de benodigde medische behandelingen en de kosten daarvan. De resultaten uit dit onderzoek geven input voor de ontwikkeling van een nieuw wettelijk kader voor mindervalidevoertuigen.
Opzet onderzoek
Voor dit onderzoek is gebruikgemaakt van het Letsel Informatie Systeem van VeiligheidNL. Hieruit zijn alle bezoeken aan een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling geselecteerd waarbij het slachtoffer letsel heeft opgelopen tijdens een verkeersongeval waarbij een mindervalidevoertuig betrokken was. Tevens zijn de Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (Dutch Hospital Data) en de Verkeersdodenstatistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) geanalyseerd voor gegevens over ziekenhuisopnamen respectievelijk dodelijke verkeersongevallen met een mindervalidevoertuig.
Conclusie
In 2022 vonden naar schatting 1.900 tot 3.600 SEH-behandelingen plaats voor letsel opgelopen bij een verkeersongeval met een mindervalidevoertuig. In bijna twee op de drie gevallen (1.100-2.500 SEH-bezoeken) is sprake van ernstig letsel bij het slachtoffer (gedefinieerd als MAIS2). Daarnaast vonden er 300 ziekenhuisopnamen plaats en overleden 40 inzittenden van een mindervalidevoertuig ten gevolge van een verkeersongeval.
Eenzijdige ongevallen kwamen veruit het meeste voor. Vooral ouderen zijn slachtoffer van een ongeval met een mindervalidevoertuig. (Ruim) twee derde van de slachtoffers is 70 jaar of ouder. Twee op de vijf SEH-bezoeken vonden plaats in verband met een fractuur, het vaakst een heupfractuur. Voor licht en ernstig schedel /hersenletsel waren de percentages 16 respectievelijk 5 procent.
De ongevallen met een mindervalidevoertuig maken respectievelijk twee procent (SEH-bezoeken), één procent (ziekenhuisopnamen) en vijf procent (overledenen) uit van het totale aantal verkeersslachtoffers. Hoewel niet significant, zien we in de periode 2013-2022 een stijgende tendens van het aantal SEH-bezoeken met ernstig letsel (MAIS2+) na een ongeval met een mindervalidevoertuig. Ook zien we op basis van de LBZ en CBS data dat het aantal ziekenhuisopnamen sinds 2015 fors toegenomen is, terwijl er bij de overledenen sprake lijkt van een lichte stijging. De SEH-bezoeken en ziekenhuisopnamen leidden in 2022 tot naar schatting 18-35 miljoen euro aan directe medische kosten. Dit is drie tot vijf procent van de totale directe medische kosten van verkeersongevallen.
Meer over onderwerpen:
Verkeersveiligheid
Jaarlijks worden zo'n 70.000 verkeersslachtoffers op de Spoedeisende Hulp behandeld met ernstig letsel. Vaak is eigen gedrag een belangrijke oorzaak. Het programma Verkeersveiligheid richt zich op het beschermen van de gezondheid van verkeersdeelnemers en op het stimuleren van veilig gedrag in het verkeer.